Lijfrentesparen en Wet Toekomst Pensioenen

Lijfrentesparen. Het is nooit weg

Lijfrentesparen en de Wet Toekomst Pensioenen (WTP)

Lijfrentesparen, pensioensparen, is in. De invoering van de Wet Toekomst Pensioenen (zie website Rijksoverheid) heeft de mogelijkheden verruimd. Aanbieders van producten maken volop reclame en je wordt door bekende TV-sterren op je eigen verantwoordelijkheid gewezen. Werknemers sparen voor de oude dag als aanvulling op, of als vervanger van, pensioenregelingen. Voor ondernemers en DGA’s wordt lijfrente een groter onderdeel van hun vermogensplanning en inkomensplanning. Zowel de opbouw van lijfrentekapitaal als ook lijfrente-uitkeringen kun je onderbrengen in een bancair of in een verzekeringsproduct. Er wordt tegenwoordig bijna altijd gekozen voor een bancair product. Als belangrijkste reden voor een bancair product wordt het behoud van lijfrentekapitaal genoemd bij overlijden. Het geld is ‘nooit weg’ en ‘wat in de pot zit gaat naar de erfgenamen’. Goede argumenten. Maar gebeurt er uiteindelijk na overlijden wel wat je had gewild?

Eerst de erfbelasting

In verband met de (toekomstige) heffing van Inkomstenbelasting is de erfgenaam over de waarde van de lijfrente geen erfbelasting verschuldigd. Als de partner erft wordt de waarde wel gedeeltelijk in mindering gebracht op de vrijstelling voor de erfbelasting. Bij grotere vermogens of flinke lijfrentekapitalen kan dit indirect verhoging van de erfbelasting tot gevolg hebben. Daar staat tegenover dat juist het terugtreden van de erfbelasting ook kan zorgen voor fiscaal vriendelijke vermogensoverdracht, zeker op latere leeftijd. Het uiteindelijke resultaat is afhankelijk van de hoogte van inkomens, vermogens en tarieven.

Wie erft?

Vererving vindt plaats via de wettelijke regeling of, indien er een testament is, zoals de erflater heeft bepaald. In testamenten wordt regelmatig de partner (deels) uitgesloten als erfgenaam. Vermogen vererft dan naar de kinderen ter voorkoming van dubbele heffing. Dat geldt dan ook voor ‘bancair  lijfrentekapitaal’. In dit geval ontvangt de partner géén lijfrente-uitkering. Was dit de bedoeling? Óf is dit een onverwacht bijeffect van het opgestelde testament?

Wat erf je?

Ben je erfgenaam en erf je een ingegane uitkering, dan loopt de uitkering ongewijzigd door. Erf je een lijfrentekapitaal waarbij de uitkering nog niet is ingegaan, dan is de erfgenaam in beginsel verplicht een direct ingaande uitkering aan te kopen. Deze lijfrente-uitkering vormt voor de erfgenaam box 1-inkomen en wordt progressief belast, wat kan oplopen tot 49,5%. Was dit je wens?

Aanbevelingen lijfrentesparen

Wil je een lijfrenteproduct afsluiten:

  • maak een bewuste keuze wie de uitkering moet ontvangen na je overlijden
  • houd bij het opstellen van je testament rekening met lijfrenteproducten en de te verwachten waardeontwikkeling (door inleg en rendement) of pas je bestaande testament hier op aan
  • overweeg ook de keuze van een verzekeringsproduct, waarbij je door middel van de begunstiging kunt vastleggen wie bij overlijden het kapitaal of de uitkering moet krijgen. Het gaat te ver om dit in dit artikel verder toe te lichten
  • onderzoek of de keuzes die je maakt in het kader van een lijfrente wel passen bij je vermogensopbouw en toekomstige vermogensoverdracht.

Onze ervaringen in de praktijk

  • We merken dat lijfrentekapitalen na overlijden soms niet worden verdeeld zoals de erflater zou hebben gewild.
  • Er wordt soms geen rekening gehouden met de heffing van de inkomstenbelasting en de gevolgen hiervan met betrekking tot de vermogensplanning en inkomensplanning.

Hoe groter de bedragen, hoe groter de belangen en hoe belangrijker de samenhang wordt met andere vermogensbestanddelen en de juiste inhoud van je testament. Laat je daarom informeren en adviseren door je financieel planner van Planners van Waarde.

 

12 maart 2024

Wil je ook op de hoogte blijven? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief.

« Terug naar overzicht